130046 KU-VL Oude teksten en hun hedendaagse contexten (2013W)

In deze cursus wordt er een verband gelegd tussen taal- en letterkunde evenals tussen oudere en nieuwere teksten. De eerste twee lessen houden zich bezig met taalkundige aspecten, en wel de geschiedenis en de historische grammatica van het Nederlands. Er wordt hier de basis gelegd voor het begrip van oudere teksten. De colleges drie en vier, die een inleiding tot de literatuurgeschiedschrijving en een overzicht van de oudere letterkunde bieden, vormen de overgang naar de behandeling van literaire teksten. De nadruk van de cursus ligt op de studie van concrete literaire teksten; deze komt vooral in de lessen vijf t/m twaalf aan bod. Er worden speciale thema’s, personages en verhalen behandeld die in de Nederlandstalige literatuur van de middeleeuwen tot in de 20e eeuw vaker terug te vinden zijn. Verschillende bewerkingen van een thema, figuur of verhaal worden in hun respectieve context geplaatst en met elkaar vergeleken. Hierbij is er niet alleen sprake van teksten uit verschillende tijden, maar ook uit verschillende genres.